In een recent verschenen rapport ‘Het betere werk’ van de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) wordt uitgebreid beschreven dat “Goed werk” essentieel is voor de kwaliteit van leven, voor de economie en voor de samenleving als geheel.  Dat lijkt voor de hand te liggen maar is het niet. Althans niet als we kijken naar de toekomst. Diverse ontwikkelingen maken dat er maatregelen nodig zijn om ook in de toekomst “goed werk” voor eenieder te creëren.    

De onderzoekers van de WRR beschrijven drietal ontwikkelingen die verregaande gevolgen kunnen hebben voor de hoeveelheid werk, en vooral impact gaan hebben op de aard en de kwaliteit van het werk dat we in de toekomst gaan doen. M.n. de kwaliteit van werk krijgt nog te weinig aandacht volgens de WRR. De drie ontwikkelingen die de WRR schets zijn:  

1. Technologisering van werk 

We zitten midden in het ‘tweede machinetijdperk’ waarbij steeds meer taken worden overgenomen door robots en AI. Daardoor nemen apparaten niet alleen lichamelijk werk over, maar kunnen ze ook denkwerk overnemen. Nieuwe technologie vervangt tussenpersonen. Denk maar eens aan het reisbureau, de verzekeringsagent en de bankmedewerker. Platforms treden op als intermediair tussen vraag en aanbod. Technologie kan dus banen kosten, maar genereert ook weer nieuwe banen voor mensen die goed kunnen samenwerken met robots en algoritmen.   

2. De flexibilisering van werk 

Nederland is de flexwerk-koploper in Europa: 36 procent van de werkenden heeft geen vast contract. De flexibilisering van werk is de afgelopen decennia meer dan verdubbeld, tot ruim 3 miljoen. Deze flexibilisering heeft de verantwoordelijkheidsrelatie tussen werkgevers en werknemers minder vanzelfsprekend gemaakt. Een tijdelijk contract hoeft niet altijd een probleem te zijn als de werkgever maar voldoende investeert in ‘lerend werken’ en in het begeleiden van mensen naar ander werk.   

3. Intensivering van aard en snelheid van werk 

Van de werkende mensen zegt 38 procent vaak of altijd snel te moeten werken om het werk af te kunnen krijgen. Vooral in de publieke sector, maar zeker niet alleen daar, is de hoge werkdruk de afgelopen tijd geagendeerd. Intensivering kan mensen uit de arbeidsmarkt drukken. Daarnaast kan dit de re-integratie van mensen met kanker of een burn-out ingewikkelder maken. Meer autonomie op het werk – meer vrijheid om het werk naar eigen inzicht in te vullen – is een buffer tegen intensivering.  

Goed werk is grip hebben op geld, je werk en je leven 

Naast deze ontwikkelingen beschrijft de WRR drie voorwaarden voor goed werk, die passen bij de Nederlandse samenleving en onze economie: 

  • Grip op geld, gepast loon met zekerheden; 
  • Grip op het werk, autonomie en verbondenheid op het werk; en 
  • Grip op het leven, met een goede balans tussen werk en privé.  

Het belang van goed werk 

Grip op geld, grip op het werk en grip op het leven zijn alle drie noodzakelijk voor goed werk. Als hieraan niet wordt voldaan, is dit nadelig voor werkenden en arbeidsorganisaties, en kan dit leiden tot hoge maatschappelijke kosten. Goed werk vergroot het welzijn en de gezondheid van mensen en hun betrokkenheid. Dit draagt bij aan de productiviteit en aan goed functionerende, innovatieve arbeidsorganisaties. Goed werk draagt er ook aan bij dat mensen langer kunnen doorwerken en dat de kosten van de gezondheidzorg beperkt blijven.   

Goed werk draagt bij aan werk geluk  

Vanuit allerlei studies omtrent werk geluk zijn er enkele duidelijke linken te leggen met de adviezen van de WRR.  

  •  Creëer meer autonomie Mensen willen graag meer regelmogelijkheden om hun werk zelfstandig vorm te geven. Maar bijna de helft van de werkenden in ons land ervaart een gebrek aan autonomie, terwijl dit juist een belangrijke buffer is tegen intensivering van werk. Te weinig grip op het werk, leidt tot burn-outklachten (17,5 procent in 2018) en het verklaart zelfs de helft van alle verzuimdagen. Ongunstige arbeidsomstandigheden veroorzaken 5 procent van de totale ziektelast.   
  •  Haal het beste in mensen naar boven Vakbonden en werkgevers zouden hun aandacht vaker mogen richten op de werkplek zelf. Meer kwaliteit op het werk is de sleutel tot goede arbeidsorganisaties. Sociale innovatie – dat wil zeggen: arbeidsorganisaties zo inrichten dat het beste uit mensen naar boven wordt gehaald – is cruciaal voor onze economie; een economie die het immers vooral moet hebben van de mensen, het ‘menselijk kapitaal’. Dit is een wederzijds belang.   
  •  Leg sterke verbindingen voor hogere betrokkenheid en welzijn Mensen met goed werk zijn beter in staat relaties aan te gaan en zich te verbinden met de samenleving als geheel. Het hebben van goed werk is belangrijk voor de gezondheid en het welbevinden van mensen. Dit draag weer in sterke mate bij aan het werk geluk wat mensen ervaren. Voor de BV Nederland is het dus het beste als iedereen goed werk heeft.  

Hoe verder? 

Bedrijven en instellingen zijn op de eerste plaats verantwoordelijk voor de kwaliteit van werk. Maar ook de overheid moet meehelpen bij het realiseren van goed werk voor iedereen.  Nieuwsgierig naar het complete rapport of de uitgebreide samenvatting!  Deze zijn kosteloos te downloaden via deze link. Wil je eens praten over hoe je in jouw organisatie goed werk kunt creëren neem dan contact op met Coöperatie Vonkers – een Coöperatie die thuis is in persoonlijk werkgeluk en zakelijk succes!

Scroll naar boven